Marc Spaapen is ‘maker van dingen’. Hij verzorgt decor- en standbouw voor bedrijven, reclamebureaus en musea. Zij geven een tekening, Marc kijkt hoe hij het kan construeren en maakt het. 50 Procent van de opdrachten komt vanuit een idee van de opdrachtgever en bij 50 procent van de opdrachten is hij ook betrokken bij de ontwikkeling van het idee en de constructie.
Waarom ben je dit bedrijf gestart?
Na mijn opleiding industriële vormgeving en de kunstacademie ben ik in India gaan reizen. Bij mijn terugkomst was er een medestudent die een opdracht had gekregen. Hij vroeg mij te helpen. Zo ben ik mijn eigen bedrijf gestart. Een deel van mijn klantenkring komt hier nog steeds vandaan.
Hoe heb je de start van het bedrijf aangepakt?
Voor mij was het heel natuurlijk om voor mezelf te werken. Mijn vader en veel familieleden hadden een eigen bedrijf, bekend terrein dus.
Mijn eerste opdrachtgever is een evenementenbureau gestart. En jarenlang heb ik daar zo’n 60 procent van mijn werk vandaan gehaald. Bij mijn opdrachten zagen mensen wat ik deed en gingen mij ook bellen om werk voor hen te doen.
Samen met een partner heb ik een werkplaats gehuurd. We werken allebei voor ons zelf maar we helpen elkaar ook. Als er klanten zijn die met spoed iets willen, dan kan je met elkaar het regelen. We sparren over opdrachten en delen elkaars lief en leed.
Hoe kom je aan je klanten?
Het gaat alleen ‘via via’. Ik heb geen naamkaartje of website. Ook nooit nodig gehad.
En ik ben discreet, ik heb een bus zonder reclame. Ik zet niet op facebook dat ik het heb gemaakt want dat is in die wereld not-done. Ik loop niet weg met de eer. Ik regel het op de achtergrond voor hun klant. Ik ben de invisible force.
Het is een heel persoonlijke relatie die ik met mijn opdrachtgevers heb en ik los dingen voor hen op. Grote logge organisaties kunnen niet de maatwerk leveren die ik wel kan leveren.
Wat vind je het leukst aan het werk nu?
Ik kan de dingen maken met de ideeën die ik overal opdoe. Als er een opdracht is dan zie ik meteen: ah, daar kan ik dat materiaal in gebruiken of dat kan ik zo maken. Dat creatieve proces vind ik het leukst. Dat wordt nooit saai.
Ik kan altijd mensen om me heen verzamelen die het werk doen wat gedaan moet worden. Ik heb leuke niet voor de hand liggende creatieve klussen.
Ik heb samen met mijn partner een CNC machine (computergestuurde zaag- en snijmachine) gekocht. Daarmee kunnen we makkelijker series maken. En dan kan je ook iemand inhuren want dan hoef ik het niet meer uit te vinden en te maken. Er komen ook echte maakklussen en die kan ik anderen ook laten doen.
Waar wil je over vijf jaar staan?
In ieder geval ben ik dan hier in de werkplaats die we nu hebben.
Ik ben niet iemand die veel vooruit kijkt. Nu moet ik soms vooruit kijken omdat er iets over zes weken klaar moet zijn. Die horizon is voor mij lang genoeg.
Mijn continuïteit zit niet in een meerjarenplan maar in goed werk afleveren en zo van klus naar klus gaan.
Wat is je grooste uitdaging?
Ik moet voor het eerst na gaan denken over een organisatie. Het wordt te veel werk. Mijn organisatie is heel klein en moet soms ineens groot zijn. Ga ik dus groeien of niet.
Ik wil niet John de manager worden, wel een meewerkend voorman. Klanten weten dat het goed komt want die hebben te maken met mij. En ik los het op, niet de mensen die ik inhuur.
Met klussen huur ik soms vijf ZZP-ers in om me te helpen. Ik heb die mensen geregeld nodig dus moet ik ze wel aan me binden. Maar de verantwoordelijkheid om die mensen echt een salaris te geven is best groot.
Welke tip zou je starters willen meegeven?
Je hebt niet altijd een meerjarenplan nodig. Je kunt contacten over de jaren opbouwen. Ik heb het geluk gehad dat mensen mij hebben gevraagd. Door hard en goed te werken krijg je klussen.